De geschiedenis van boogschieten

De pijl en boog zijn er wellicht al langer dan je denkt!

In de prehistorie

Onderzoekers denken dat al 15.000 jaar geleden voor het eerst een pijl uit een boog werd geschoten. Concrete bewijzen van het gebruik van een pijl en boog zijn er echter pas sinds 10.000 tot 11.000 jaar geleden.

De boog werd waarschijnlijk eerst gebruikt om mee te jagen en later als wapen.

In de klassieke oudheid

De Grieken, Romeinen en Chinezen stonden bekend om de grote hoeveelheden boogschutters in hun legers. Een gigantische hoeveelheid pijlen die aan het begin van een gevecht op de vijand neerdaalde, kon voor heel wat slachtoffers en zelfs de overwinning zorgen.

In de Middeleeuwen

De pijl en boog werden ook in deze periode veelvuldig ingezet. De Engelsen stonden bekend om hun longbows waarmee ze veel veldslagen wisten te beslissen. De Mongoolse schutters te paard waren met hun korte bogen op korte afstand ook bijzonder dodelijk.

Maar de pijl en boog kregen in deze periode ook concurrentie van de kruisboog. Het boogschieten vereiste (voortdurend) veel oefening en jarenlange training om goed ingezet te kunnen worden tijdens veldslagen. De kruisboog was makkelijker in gebruik en vaak krachtiger dan een pijl en boog. Een jarenlange training was zeker niet noodzakelijk. Het herladen duurde wel wat langer.

Met de komst van vuurwapens, raakten de pijl en boog en de kruisboog geleidelijk uit de gratie. Met name de adel bleef het boogschieten als sport beoefenen.